Amerikanen keken naar Washington voor antwoorden in de nasleep van de Tweede Wereldoorlog, toen het communisme, geregisseerd vanuit Moskou, Oost-Europa oprolde, Berlijn blokkeerde en zich verspreidde naar AziÔ. Het antwoord kwam via krachtige veroordelingen van de communistische dreiging, internationale samenwerking tussen de naties van de Vrije Wereld, militaire reorganisatie, en – thuis – civiele bescherming.
Opleidingsfilms, boekjes, schuilkelders en oefeningen bereidden de burgers voor op waarschuwingen voor aanvallen en evacuatiebevelen. De Amerikanen realiseerden zich dat intercontinentale ballistische raketten hun twee grootste buffers, de Atlantische en de Stille Oceaan, van hen hadden afgenomen. Nu hadden ze geen maanden maar minuten om zich voor te bereiden op de Derde Wereldoorlog.
Maar angst was niet de enige emotie die de Amerikanen bezighield. Tussen 1946 en 1960 zou de generatie die geboren was tijdens de Grote Depressie en de overwinnaars van de Tweede Wereldoorlog bijna 80 miljoen kinderen toevoegen aan de rol van de natie. Degenen die in deze babyboom geboren waren, zouden opgroeien tijdens de Koude Oorlog, en hun cultuur zou erdoor bepaald worden.
Wat het betekende om een Amerikaan te zijn in deze ideologische strijd speelde zich af in bioscopen, boeken, televisie, religie, universiteitscampussen, en elke plaats die openstond voor culturele expressie. Op het witte doek vervingen buitenaardse wezens de communisten. Verhalen over spionage en spionagekringen vloeiden uit de uitgeverijen.Televisieprogramma’s maakten een spelletje van de Koude Oorlog door middel van sitcoms en tekenfilms. Religies hekelden de amoraliteit van nucleaire oorlogsvoering vanuit de ene vleugel en de “grote sinistere anti-christelijke beweging geïnspireerd door Satan†vanuit de andere vleugel. Protesten over oorlog en nucleaire ontwapening beroerden universiteiten van kust tot kust.
In de loop van de Koude Oorlog zou het cynisme ten opzichte van Washington groeien.Gevechten over burgerrechten, welzijn en milieu in de jaren ’50 en ’60 zouden botsen met een corrupte regering, een slechte economie en een zwak leger in de jaren ’70. Tegen de jaren ’80, toen de babyboomers van middelbare leeftijd volledig deel uitmaakten van het Amerikaanse leven, werd het patriottisme vernieuwd. Amerika sprak met meer zelfvertrouwen in binnen- en buitenland. En tegen het einde van het decennium viel het IJzeren Gordijn uiteen. In het stof daarvan bleven Amerikanen, die weinig anders hadden gekend dan een verdeelde wereld, achter met de vraag wat er in het verschiet lag.